Captopril

Neem Captopril in zoals voorgeschreven door uw arts. Meestal wordt het 2 tot 3 keer per dag ingenomen, ongeveer een uur voor de maaltijd. Slik de tablet door met water. Houd u aan de voorgeschreven dosering en pas deze niet zelf aan. Indien u een dosis bent vergeten, neem deze dan zo snel mogelijk in, tenzij het bijna tijd is voor de volgende dosis. Neem nooit een dubbele dosis om een vergeten tablet in te halen.

• Te veel ingenomen: Neem onmiddellijk contact op met uw arts of apotheker. Symptomen van een overdosering kunnen een sterke bloeddrukdaling, duizeligheid of flauwvallen zijn.
• Dosis vergeten: Sla de vergeten dosis over als het bijna tijd is voor de volgende. Neem geen dubbele dosis.
• Stoppen: Stop niet zomaar met het gebruik van Captopril zonder overleg met uw arts. Dit kan de klachten verergeren.

Captopril is niet geschikt indien u allergisch bent voor dit geneesmiddel of andere ACE-inhibitoren. Gebruik het niet indien u een voorgeschiedenis heeft van angio-oedeem (ernstige zwelling) of indien u meer dan drie maanden zwanger bent. Het is ook niet geschikt voor personen met bepaalde nierproblemen of een vernauwing van de nierslagader.

• Algemeen: Wees voorzichtig indien u een lage bloeddruk heeft, tekenen van uitdroging vertoont of een verminderde nierfunctie heeft.
• Specifiek voor mannen: Wees aandachtig bij gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen voor erectiestoornissen, aangezien dit de bloeddruk extra kan verlagen.
• Specifiek voor vrouwen: Overleg met uw arts indien u zwanger bent of wenst te worden.

Gebruik Captopril niet tijdens de zwangerschap, vooral niet na de derde maand, aangezien het schadelijk kan zijn voor het ongeboren kind. Tijdens de borstvoeding wordt het gebruik afgeraden, omdat kleine hoeveelheden van het geneesmiddel in de moedermelk kunnen terechtkomen. Overleg met uw arts over alternatieve behandelingen.

Captopril kan duizeligheid of vermoeidheid veroorzaken, vooral bij het begin van de behandeling of bij een dosisverhoging. Indien u hier last van heeft, vermijd dan het besturen van een voertuig of het bedienen van machines.

Captopril kan een wisselwerking hebben met andere geneesmiddelen, zoals diuretica (plaspillen), kaliumsupplementen, lithium of bepaalde pijnstillers. Informeer uw arts over alle geneesmiddelen die u gebruikt, inclusief zelfzorgmiddelen.

Bijwerkingen van Captopril kunnen zijn:

• Vaak (1-10%): Duizeligheid, droge hoest, smaakveranderingen.
• Soms (0,1-1%): Vermoeidheid, huiduitslag, misselijkheid.
• Zeldzaam (minder dan 0,1%): Angio-oedeem (ernstige zwelling van het gezicht, de lippen of de keel).

Neem bij ernstige bijwerkingen onmiddellijk contact op met uw arts.

Captopril bevat de werkzame stof captopril. Andere bestanddelen kunnen hulpstoffen zijn zoals lactose. Raadpleeg de bijsluiter indien u lactose-intolerant bent.

Bewaar Captopril bij kamertemperatuur (15-25°C) op een droge plaats, buiten het bereik van kinderen. Gebruik het niet meer na de vervaldatum die op de verpakking vermeld staat.