Evra pleister

• Anticonceptiemiddel in pleistervorm
• Pleister 1 x per week vervangen
• Niet geschikt voor gebruik bij borstvoeding

EVRA is een voorbehoedsmiddel in de vorm van een pleister. De werkzame stoffen norelgestromin en ethinylestradiol (twee vrouwelijke geslachtshormonen) worden opgenomen via de huid en komen zo in het bloed terecht.

De hormonen remmen de eisprong en maken het baarmoederslijmvlies ongeschikt voor een bevruchting. EVRA voorkomt op die manier zwangerschap. EVRA behoort tot de gecombineerde, hormonale anticonceptiemiddelen.

Eén EVRA-pleister wordt gedurende 1 week gedragen en daarna verwisseld. U gebruikt EVRA volgens een vaste cyclus: de eerste drie weken plakt u iedere week een nieuwe pleister. Daarna volgt een week zonder pleister (vergelijkbaar met de stopweek bij de anticonceptiepil). In die week komt er een lichte onttrekkingsbloeding op gang. U bent ook tijdens de stopweek beschermd tegen een zwangerschap, mits u de pleister steeds op tijd aanbrengt en verwisselt.

In de bijsluiter staat stap voor stap beschreven hoe en waar u de pleisters moet aanbrengen en hoe u ze verwijdert. Volg deze aanwijzingen nauwkeurig op. De belangrijkste richtlijnen voor het gebruik van EVRA-pleisters zijn als volgt:

• Breng de pleister niet aan op een huid die rood of geïrriteerd is of waarin een snijwond zit;
• Druk de pleister stevig aan totdat de randen goed hechten. Gebruik geen cosmetica of huidverzorgingsproducten op de plek waar u de pleister wilt aanbrengen;
• Breng nieuwe pleisters steeds op een andere plaats op uw huid aan. Dat vermindert de kans op huiditrritatie;
• Breng uw pleister altijd aan op een schone, droge, onbehaarde huid. Plak hem op de bil, buik, de buitenkant van een bovenarm of de bovenkant van de rug, op die plaatsen blijft de pleister het beste zitten;
• Breng nooit een pleister op uw borsten aan;
• Draag de pleister 7 dagen. Verwijder hem op dag 8 (‘pleistervervangdag’) en breng direct een nieuwe aan. U wisselt de pleister dus steeds op dezelfde dag van de week;
• U kunt douchen, baden, de sauna bezoeken en sporten terwijl u de pleister draagt. Check tussendoor wel regelmatig of de pleister nog goed vastzit.

In de bijsluiter staat beschreven op welk moment u het beste kunt beginnen met uw eerste EVRA-pleister. Ook leest u in de bijsluiter wat u moet doen als de pleister loslaat, als u hem vergeet te wisselen of als u te veel pleisters heeft gebruikt.

EVRA-pleisters zijn niet voor iedereen geschikt. Gebruik dit voorbehoedsmiddel niet als:

• U allergisch bent voor één van de bestanddelen van EVRA (zie rubriek ‘Samenstelling’) ;
• U ooit een hartaanval heeft gehad of een soort pijn op de borst die ‘angina pectoris’ wordt genoemd;
• U ooit een beroerte heeft gehad of verschijnselen die kunnen leiden tot een beroerte. Dit omvat onder andere een lichte, tijdelijke verlamming (beroerte), zonder blijvende gevolgen;
• U een hoge bloeddruk heeft (160/100 mmHg of hoger);
• U suikerziekte heeft met schade aan de bloedvaten;
• U hevige hoofdpijn heeft met symptomen ter hoogte van het zenuwstelsel zoals veranderd zicht of een verdoofd gevoel in een bepaald lichaamsdeel (‘migraine met focale aura’);
• U ooit een bloedstolsel (trombose) heeft gehad in uw benen, longen of een ander deel van uw lichaam;
• U een erfelijke aandoening heeft die de bloedstolling aantast (zoals ‘proteïne C-deficiëntie’ of ‘proteïne S-deficiëntie’);
• U een zeer hoog vetgehalte in uw bloed heeft (cholesterol of triglyceriden);
• U een erfelijke aandoening heeft die het vetgehalte in uw bloed beïnvloedt (dyslipoproteïnemie);
• U ooit levergezwellen of andere leverproblemen heeft gehad;
• U ooit is verteld dat u borstkanker of kanker aan de baarmoeder, baarmoederhals of vagina zou kunnen hebben;
• U onverklaarbare vaginale bloedingen heeft.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

Raadpleeg uw arts of apotheker voordat u EVRA gaat gebruiken als u één van de volgende aandoeningen heeft of als ze optreden of erger worden terwijl u EVRA gebruikt:

• U weegt 90 kg of meer;
• U, of iemand in uw familie, heeft een hoog vetgehalte in het bloed (triglyceriden of cholesterol);
• U heeft een hoge bloeddruk of uw bloeddruk stijgt;
• U heeft de bloedstoornis porfyrie;
• U heeft systemische lupus erythematodus (SLE);
• U heeft hemolytisch uremisch syndroom (HUS);
• U heeft gehoorverlies;
• U heeft epilepsie of een andere aandoening die toevallen of stuipen veroorzaakt;
• U heeft een aandoening genaamd ‘chorea van Sydenham’;
• U heeft suikerziekte;
• U heeft een depressie;
• U heeft galstenen;
• U heeft leverproblemen waarbij de huid en het oogwit geel worden (geelzucht);
• U heeft de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa;
• U had huiduitslag met blaren tijdens de zwangerschap (‘zwangerschapsherpes’);
• U heeft ‘zwangerschapsvlekken’. Dit zijn pigmentvlekken, vooral op uw gezicht;
• U denkt dat u zwanger zou kunnen zijn.

Zwangerschap en borstvoeding

EVRA-pleisters zijn niet geschikt voor vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven.

Gebruikt u nog andere medicijnen?

Sommige geneesmiddelen en kruidenmiddelen kunnen de betrouwbaarheid van het anticonceptiemiddel EVRA verminderen.

Dat geldt bijvoorbeeld voor:

• Geneesmiddelen tegen hiv-infectie (zoals ritonavir, nevirapine);
• Geneesmiddelen tegen infecties (zoals rifampicine en griseofulvine);
• Geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie (zoals topiramaat, barbituraten, fenytoïne-natrium, carbamazepine, primidon, oxcarbazepine en felbamaat);
• Geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk in de longbloedvaten (bosentan);
• Sint-janskruid, een kruidenmiddel gebruikt tegen depressie.

Als u een van deze geneesmiddelen gebruikt, kan het zijn dat u een andere betrouwbare anticonceptiemethode moet toepassen (zoals een condoom, pessarium of zaaddodende pasta). Het verstorende effect van sommige van deze geneesmiddelen kan aanhouden tot 28 dagen nadat u bent gestopt met het gebruik ervan.

EVRA kan enkele andere geneesmiddelen minder werkzaam maken, zoals:

• Geneesmiddelen die cyclosporine bevatten;
• Het anti-epilepsiemiddel lamotrigine (Dit kan het risico op aanvallen (stuipen) verhogen).

Meer informatie vindt u in de bijsluiter. Overleg met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt. Vertel artsen ook altijd dat u EVRA-pleisters of andere medicijnen of kruidengeneesmiddelen gebruikt.

EVRA-pleisters worden meestal goed verdragen. Toch kunnen er bij het gebruik van hormonale anticonceptiemiddelen bijwerkingen ontstaan. Het gaat dan meestal om klachten als:

• Hoofdpijn;
• Misselijkheid;
• Gevoelige borsten.

Bijwerkingen die ook vaak voorkomen zijn:

• Vaginale schimmelinfecties;
• Stemmingsproblemen, zoals neerslachtigheid, of stemmingswisselingen;
• Duizeligheid;
• Maagdarmklachten;
• Migraine;
• Puistjes;
• Spiertrekkingen;
• Baarmoederkrampen, pijnlijke of zware ‘menstruaties’ (onttrekkingsbloedingen), tussentijdse bloedingen of vochtafscheiding uit de vagina;
• Problemen waar de pleister op de huid heeft gezeten (zoals roodheid, irritatie, jeuk of uitslag);
• Vermoeidheid of zich niet lekker voelen;
• Gewichtstoename.

Een overzicht van minder vaak voorkomende bijwerkingen vindt u in de bijsluiter.

Hormonale anticonceptiemiddelen worden ook in verband gebracht met een verhoogd risico op trombose en bepaalde vormen van kanker. In de bijsluiter staat uitgebreide informatie over dit onderwerp.

Overleg met een arts als u last krijgt van hevige of ernstige bijwerkingen, ook als het gaat om bijwerkingen die niet in de bijsluiter staan.

De werkzame bestanddelenin EVRA zijn norelgestromin 6 mg en ethinylestradiol 600 microgram. De werkzame bestanddelen worden gedurende 7 dagen afgegeven waarbij elke 24 uur gemiddeld 203 microgram norelgestromin en 34 microgram ethinylestradiol wordt afgegeven.

De andere bestanddelenin de pleister zijn polyisobutyleen, polybuteen, crospovidon, niet-geweven polyester stof en lauryllactaat.

De fabrikant van EVRA is:

Janssen Pharmaceutica NV

Turnhoutseweg 30
Beerse B-2340
België

Lees voor gebruik de bijsluiter. U kunt de officiële bijsluiter van EVRA-pleisters hier downloaden.