Flixotide

• Inhalatiemedicijn (‘pufje’)
• Bij astma en COPD
• Onderhoudsmedicijn, iedere dag gebruiken
• Ook voor kinderen

Flixotide is een inhalatiemedicijn (‘pufje’). De werkzame stof in dit geneesmiddel heet fluticason. Dit medicijn behoort tot de groep corticosteroïden (bijnierschorshormonen). Flixotide werkt ontstekingsremmend en vermindert zwelling en irritatie in de longen.

Artsen schrijven Flixotide voor bij de luchtwegaandoeningen astma en COPD. Als u dit middel elke dag gebruikt, krijgt u minder snel last van klachten als benauwdheid en kortademigheid.

U gebruikt Flixotide dagelijks. Ook op dagen dat u zich goed voelt. Flixotide is namelijk een onderhoudsmedicijn, dus geen noodmedicatie. Het kan enkele dagen duren voordat u merkt dat het geneesmiddel werkt. Na een aantal weken is de werking optimaal.

Flixotide is verkrijgbaar als oplossing, poeder of vloeistof. Het medicijn wordt ingeademd met behulp van een inhalator (oplossing), een diskus (poeder) of vernevelapparaat (vernevelvloeistof) . In de bijsluiter staat beschreven hoe u dit geneesmiddel moet inademen. Volg deze stappen zorgvuldig op.

Verdeel de momenten dat u puft over de dag. Neem de puf bij voorkeur ’s ochtends en ’s avonds.

Dosering

Uw dosering hangt af van uw klachten en wordt bepaald door een arts. De algemene richtlijnen voor dosering zijn als volgt:

Bij astma

• Volwassenen en kinderen vanaf 16 jaar: tweemaal daags 100 tot 500 microgram. Incidenteel kan uw arts hogere doseringen voorschrijven om uw klachten onder controle te krijgen;
• Kinderen van 4 tot 16 jaar: tweemaal daags 50 tot 200 microgram.
• Kinderen van 1 tot 4 jaar: Voor kinderen in deze leeftijdsgroep kunt u beter de Flixotide Inhalator in combinatie met de los verkrijgbare Babyhaler gebruiken. De dosering wordt bepaald door een arts.

Bij COPD

• Volwassenen: tweemaal daags 500 microgram. Alleen Flixotide Diskus 500 microgram is geschikt voor de behandeling van COPD.

Alcohol/autorijden

Er geldt geen waarschuwing voor het gebruik van alcohol. Flixotide heeft geen invloed op uw rijvaardigheid.

Te veel ingenomen/dosis vergeten/stoppen met Flixotide

Heeft u meer pufjes genomen dan de arts heeft voorgeschreven? Overleg met een arts of apotheker.

Bent u een pufje vergeten? Sla de vergeten puf over en ga gewoon verder met het gebruikelijke schema. Neem nooit een extra puf om de vergeten dosis in te halen.

Stop niet met het gebruik van Flixotide zonder eerst met een arts te overleggen.

Gebruik dit medicijn niet als u overgevoelig bent voor een van de bestanddelen (zie rubriek ‘Samenstelling’).

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?

• Slikt u al medicijnen op basis van een corticosteroïde (bijnierschorshormoon)? Begin dan alleen aan dit inhalatiemedicijn in overleg met een arts. Het overschakelen van de tablet op de puf moet geleidelijk aan gebeuren. Stop nooit zomaar met het oude medicijn;
• Gebruikt u Flixotide in een hoge dosering voor langere tijd? Dan kunt u last krijgen van bepaalde bijwerkingen doordat uw bijnierschors minder goed werkt. Bij kinderen en jongvolwassenen kan dit leiden tot vertraging van de groei en andere bijwerkingen (zie bijsluiter). De arts zal u (of het kind) daarom regelmatig willen controleren.
• Overleg met een arts als u lijdt aan diabetes, longtuberculose of als u ooit een schimmelinfectie in de mond heeft gehad;
• Overleg met een arts als u merkt het medicijn niet meer zo goed werkt of als u direct na het puffen last krijgt van ademhalingsproblemen of een piepende ademhaling. Stop in dat laatste geval direct met het gebruik van Flixotide, gebruik uw noodmedicatie en neem contact op met uw arts.

In de bijsluiter leest u meer over deze waarschuwingen.

Zwangerschap en borstvoeding

Overleg met een arts over het gebruik van Flixotide als u zwanger bent, zwanger wilt worden of als u borstvoeding geeft.

Gebruikt u nog andere medicijnen?

Vertel het de arts als u nog andere medicijnen gebruikt (heeft) of binnenkort gaat gebruiken. Ook als het gaat om kruidenmiddelen of medicijnen die zonder recept verkrijgbaar zijn. Meld het in ieder geval als u de volgende geneesmiddelen gebruikt:

• Antivirale geneesmiddelen en antischimmelgeneesmiddelen (zoals ritonavir, ketoconazol en itraconazol). Sommige van deze geneesmiddelen kunnen de hoeveelheid fluticason in uw lichaam verhogen. Dit kan het risico van het optreden van bijwerkingen verhogen;
• Corticosteroïden (ingenomen via de mond of toegediend via injectie). Als u deze geneesmiddelen recent heeft gehad, kan dit het risico verhogen dat dit geneesmiddel uw bijnier beïnvloedt.

Medicijnen kunnen bijwerkingen geven, hoewel niet iedereen hier last van krijgt. Bijwerkingen die kunnen optreden bij het gebruik van Flixotide Diskus zijn onder andere:

Zeer vaak (bij meer dan 1 op de 10 patiënten):

• Schimmelinfecties in de mond- en keelholte. U kunt dit voorkomen door na het puffen goed de mond te spoelen.

Vaak (bij minder dan 1 op de 10 patienten):

• Longontsteking bij COPD-patiënten. Overleg met een arts als u klachten krijgt die hierop wijzen (zoals koorts, vaker hoesten, meer slijmvorming of verandering van de kleur van het slijm);
• Heesheid;
• Bronchitis (bij COPD-patiënten);
• Kneuzingen.

Soms (bij minder dan 1 op de 100 patiënten):

• Overgevoeligheidsreacties van de huid.

Zelden (bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten):

• Slokdarminfecties (candidiasis).

Een volledig overzicht van alle mogelijke bijwerkingen kunt u vinden in de bijsluiter. Overleg met een arts of apotheker als u veel last krijgt van bijwerkingen. Ook als het gaat om bijwerkingen die niet in de bijsluiter staan.

De werkzame stof in Flixotide is fluticasonpropionaat. De hulpstof in Flixotide Diskus is lactosemonohydraat (dat melkeiwit bevat). De hulpstoffen van de andere varianten (oplossing, vernevelvloeistof) staan vermeld in de bijsluiters van de medicijnen.

De fabrikant van Flixotide Diskus is:

Glaxo Wellcome Production

Zone Industrielle 2

Rue Lavoisier 23

F-27000 Evreux

Frankrijk

Lees voor gebruik de bijsluiter. U kunt de officiële bijsluiter van Fluticason Diskus hier downloaden.